Veel ivf-laboratoria maken gebruik van de nieuwe methode time-lapse monitoring. Maar uit onderzoek van het Amsterdam UMC blijkt dat deze nieuwe, duurdere methode geen betere klinische resultaten aflevert dan de klassieke aanpak. Dit meldt het Amsterdam UMC.
Uit een ivf-behandeling komen vaak meerdere embryo’s die te gebruiken zijn voor een bevruchting. Laboratoria plaatsen bruikbare embryo’s in een verwarmde, steriele kast – de zogenaamde broedstoof. Welke embryo wordt geplaatst, hangt af van het celdelingspatroon. Labmedewerkers halen embryo’s binnen de klassieke methode dagelijks uit de broodstoof en beoordelen deze onder een microscoop. Binnen time-lapse monitoring kunnen embryo’s in de broedstoof blijven terwijl de ontwikkeling van de embryo’s nog nauwkeuriger kan worden bijgehouden via video en algoritmeberekeningen.
Succesvolle bevruchting
Steeds meer ivf-laboratoria werken hiermee en beloven stellen met een kinderwens dat time-lapse monitoring hun kans op een succesvolle bevruchting vergroot. Uit nieuw onderzoek blijkt echter dat het gebruik van deze nieuwe methode de kans op een zwangerschap in een jaar tijd niet vergroot. De kans op een zwangerschap is ook niet groter na een eerste embryoplaatsing. Kort gezegd: verschillen tussen de oude en nieuwe methode zijn nihil.
Duur apparatuur
Volgens de onderzoekers maken de stabiele kweekomstandigheden en de embryoselectiemethode via video en algoritmeberekening geen verschil. Deze verbeteren de succeskansen van een ivf-behandeling niet. En dat terwijl de kosten die gepaard gaan met time-lapse apparatuur flink hoog liggen. “Wij zien regelmatig dat nieuwe apparaten of technieken in het IVF-laboratorium worden geïntroduceerd zonder eerst te onderzoeken of ze überhaupt tot een verhoogde kans op zwangerschap leiden. Maar nieuw betekent niet per se beter. In Nederland wordt door middel van zorgevaluaties onderzocht welke behandelingen zinnig zijn.”
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky