De Universiteit Twente is het technische deel van een kunstmatige placenta aan het ontwikkelen. Deze placenta moet het overlijden van honderdduizenden premature baby’s voorkomen. In Nederland komen jaarlijks rond de 460 te vroeg geboren baby’s te overlijden. Wereldwijd zijn dat er twee miljoen. Dit meldt De Stentor.
Het aantal sterfgevallen onder te vroeg geboren kinderen moet met de kunstmatige placenta met zo’n 20 tot 60 procent worden teruggebracht. “Het precieze percentage zal in de praktijk moeten blijken. Maar het zou een enorme stap vooruit zijn. Het kan wereldwijd ouders en familieleden veel verdriet en leed besparen”, aldus professor Jutta Arens van de Universiteit Twente.
Kunstlongen zijn schadelijk op lange termijn
De longen en nieren van veel premature baby’s werken niet zelfstandig. Daarom zijn er kunstlongen en dialysemachines. De kunstlong is echter op de lange termijn niet veilig en kan zelfs tot verdere beschadiging van het longweefsel leiden. Daarnaast zijn er vier aders nodig voor twee apparaten. Dat is bij kindjes tussen de 500 en 2.500 gram heel lastig. Het bloed moet ook nog eens verdund worden, wat niet ten goede komt van de zuurstoftransport. Bij de Universiteit Twente maken ze daarom nu het hart van de kunstmatige placenta, eigenlijk een gecombineerde long-niermachine. Daar is 1 miljoen euro voor vrijgemaakt. Daar zijn slechts bloedvaten voor nodig en minder bloedverdunning
Toelatingsprocedure
Naar schatting is het technische deel van de kunstmatige placenta over vier jaar klaar. Daarna hoopt de UT een jaar lang te kunnen testen op lammeren. Pas daarna gaat de industriële productie van start en komt de toelatingsprocedure op gang. Dit duurt gemiddeld zo’n twee tot drie jaar.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky
