Onderzoekers van het Radboudumc, het Maastricht UMC+ en internationale collega’s hebben voor het eerst een goed inzicht gekregen in de ‘verborgen genetische defecten’ van de algemene Europese bevolking. Dat is belangrijk omdat deze defecten, als ze zowel bij vader als moeder voorkomen, tot allerlei ziekten kunnen leiden bij hun kinderen. Dit meldt Radboudumc.
Ieder mens krijgt de helft van zijn genen van de moeder, de andere helft van de vader. Van elk gen heb je dus twee kopieën. Soms is een van die twee kopieën defect, zonder dat je ziek wordt omdat het andere gen nog goed werkt. Dat heet een verborgen genetisch defect. Zo’n defect kan toch onverwacht voor problemen zorgen als een kind zowel van de vader als moeder zo’n zelfde verborgen defect krijgt. Beide ouders zijn gezond, hebben nooit last gehad van het verborgen genetisch defect. Maar nu die beide verborgen genetisch defect van vader én moeder bij het kind samenkomen, treedt de ziekte ineens wel aan het licht.
Zicht op verborgen defecten
Hoe vaak dergelijke verborgen genetische defecten in de algemene bevolking voorkomen, was tot dusver onduidelijk. Onderzoekers van Radboudumc en Maastricht UMC+ hebben nu door screening van alle genen van bijna 6500 mensen in de Nederlandse en Estse bevolking een goed inzicht gekregen in hoe vaak dergelijk verborgen defecten aanwezig zijn die tot ziekte kunnen leiden. Christian Gilissen, onderzoeker in het Radboudumc: “Ieder mens blijkt gemiddeld 2 tot 4 van dergelijke verborgen genetische defecten te hebben. Reken je dat verder door, dan is de kans dat een Europees ouderpaar door twee van dergelijke defecten een ziek kind kan krijgen ongeveer 1 procent.”
Hoger risico bij bloedverwantschap
Naast dit onderzoek werd onder leiding van het Maastricht UMC+, samen met het Radboudumc en Amsterdam UMC ook onderzoek gedaan in de klinische praktijk van het ziekenhuis. Bij dit onderzoek ging het om de vraag wat het risico is op verborgen genetische defecten bij relaties van neef en nicht, voorafgaand aan een gewenste zwangerschap. Laboratorium Specialist Klinische Genetica Aimee Paulussen van het Maastricht UMC+: "We brachten bij honderd paren het risico in kaart en zagen dat ongeveer 20 procent van deze paren een verhoogde kans heeft op ernstige aandoeningen bij het nageslacht.”
Zinvolle test
Hoogleraar Han Brunner, hoofd van zowel de afdeling Klinische Genetica in Maastricht als de afdeling Genetica in Nijmegen, is bij beide studies betrokken. Hij ziet ze als een duidelijke aansporing om genetische testen beschikbaar te maken voor paren met mogelijk verhoogd risico op dergelijke verborgen genetische defecten: “Zeker bij deze paren kan deze informatie helpen om bij een kinderwens tot een weloverwogen beslissing te komen. Ze kunnen pre-implantatie diagnostiek overwegen en dan eventueel kiezen voor IVF met embryo’s zonder deze defecten.”
Door: Nationale Zorggids