In 2014 traden er levensbedreigende complicaties op na een operatie van een drie maanden oude baby in het AMC. Het Amsterdamse ziekenhuis meldde dit destijds niet als calamiteit bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De IGZ laat weten dat zij dit wel hadden moeten doen en gaat nu bekijken wat de gevolgen hiervan zijn voor het AMC. Dat meldt de NOS.
De inspectie heeft een brief geschreven aan de ouders van de baby waarin staat dat er tijdens de operatie van hun zoon inderdaad sprake was van een calamiteit. “Het AMC had hiervan melding moeten doen bij de inspectie”, staat in de brief. Het ziekenhuis heeft de calamiteit tijdens de operatie niet tijdig herkend en erkend.
Vorige maand gaf het ziekenhuis aan de inspectie toe dat het om een calamiteit ging. Echter wilde het in de media niet toegeven dat het een fout had gemaakt. Het ziekenhuis liet wel aan de NOS weten de zaak destijds gemeld te hebben bij de IGZ. Volgens een woordvoerder van het AMC is het toen gemeld omdat het bij twijfel altijd gemeld moet worden, maar niet omdat er sprake was van een calamiteit.
Drie maanden na zijn geboorte moest de baby een complexe en dubbele ingreep ondergaan aan zijn strottenhoofd. Zijn strottenhoofd moest worden verruimd en tegelijkertijd worden opgetrokken. De opererende arts sloot de wond met nog niet eerder gebruikt hechtdraad. Het draad raakte los, waardoor er nog een operatie nodig was. Hierbij is meer dan de helft van het strottenklepje van de baby verwijderd. Dit klepje sluit de luchtpijp af bij het slikken om te voorkomen dat er eten of drinken in komt. Maanden na de operatie kon de baby alleen via sondevoeding eten binnenkrijgen en hij heeft een ontwikkelingsachterstand opgelopen.
©Nationale Zorggids