(Novum) - Minstens vier ziekenhuizen sturen bloed van zwangere vrouwen naar de Verenigde Staten, om daar onderzoek te laten doen dat in Nederland verboden is. Dat meldt Nieuwsuur donderdag. Minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD) tikte vorig jaar nog twee ziekenhuizen op de vingers die bloed opstuurden voor dit prenataal onderzoek, NIPT geheten.
Met de NIPT-test kan via het prikken van bloed onder meer worden vastgesteld of een baby het syndroom van Down heeft. Volgens Schippers valt de test formeel onder de Wet op het Bevolkingsonderzoek en is daarom een vergunning vereist. De Gezondheidsraad komt pas eind dit jaar met een advies over de test.
Dit duurt zeker vier ziekenhuizen te lang. Zij stuurden het bij de zwangere vrouwen afgenomen bloed via België naar de VS. Binnen twaalf dagen horen de aankomende ouders dan of hun kind een genetische afwijking heeft.
De methode wordt door gynaecologen veiliger gevonden dan een vruchtwaterpunctie. Daarbij is een kleine kans op een miskraam. Veel vrouwen laten bloed prikken andere landen, waar de NIPT-test niet verboden is. Naar schatting doen jaarlijks 3500 mensen dit, meldt Nieuwsuur.
