Verdere daling instroom intensieve, gesloten jeugdhulp JeugdzorgPlus

Het aantal plaatsingen in JeugdzorgPlus-instellingen is in 2022 met 17 procent gedaald ten opzichte van 2021. Dat meldt Jeugdzorg Nederland. Het aantal plaatsingen daalt al sinds 2018, meldt het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). 

 

JeugdzorgPlus is een vorm van intensieve, gesloten jeugdhulp voor jongeren met ernstige problemen die een risico vormen voor zichzelf of anderen. In 2022 vonden er 983 plaatsingen plaats.

Kleinschalige open voorzieningen

De daling is mede het gevolg van het beleid om JeugdzorgPlus te vervangen door opvang in kleinschalige, open voorzieningen. Een voorwaarde is dan wel dat die voorzieningen werkelijk worden ontwikkeld. Daarvoor is volgens Jeugdzorg Nederland meer landelijke regie nodig. Die moet ervoor zorgen dat de bestaande instellingen kunnen blijven voortbestaan zolang de alternatieven nog niet overal beschikbaar zijn.

Beperkte afname in het zuiden

Jeugdzorg Nederland wijst erop dat de regionale verschillen in het gebruik van JeugdzorgPlus toenemen. Het aantal plaatsingen in het noordwesten van Nederland is bijvoorbeeld de afgelopen vier jaar meer dan gehalveerd, terwijl het in het zuiden maar beperkt afneemt. Verder zijn er regionale verschillen in de gemiddelde duur van plaatsingen. Die varieert van vijf tot zeven maanden. De regionale verschillen zijn volgens Jeugdzorg Nederland een gevolg van het feit dat gemeenten in de gedecentraliseerde jeugdzorg hun eigen keuzes maken. Ook daarom is volgens de brancheorganisatie meer landelijke regie nodig.

Landelijke regie specialistische hulp

Els Mourits van het Nederlands Jeugdinstituut is het ermee eens dat de afbouw van JeugdzorgPlus vraagt om landelijke regie. "Vooral waar het gaat om specialistische hulp bij complexe problemen die niet veel voorkomen. Die hulp is niet in elke regio beschikbaar. Dat aanbod moet je landelijk afstemmen." Ook is er landelijke regie nodig om te zorgen dat JeugdzorgPlus-instellingen niet ten onder gaan tijdens het afbouwproces. 

Door: Nationale Zorggids
Bron: het Nederlands Jeugdinstituut