Het kabinet wil de uitvoering van het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming versnellen. Dat schrijven minister Franc Weerwind voor Rechtsbescherming en staatssecretaris Maarten van Ooijen van VWS in een brief aan de Tweede Kamer. Dat meldt het Nederlands Jeugdinstituut.
Het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming is bedoeld om de jeugdbescherming ingrijpend te verbeteren. Lokale teams krijgen een centrale rol, om te zorgen dat kwetsbare kinderen en gezinnen snel passende hulp en bescherming krijgen. Daarbij krijgen ze steun van regionale veiligheidsteams, die de huidige rol van Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instellingen overnemen. Het is ook de bedoeling dat de jeugdbescherming minder kind- en meer gezinsgericht gaat werken. Als de veiligheid of ontwikkeling van kinderen in het gedrang komt, is het zaak om het hele gezin te ondersteunen.
In hun brief schrijven de bewindslieden dat ze het komende half jaar concrete stappen zullen zetten om het Toekomstscenario versneld te realiseren. Ook breiden ze het aantal proeftuinen die al werken volgens het scenario het Toekomstscenario uit van zes naar elf.
Anders werken kost tijd
Het is goed dat de bewindslieden het Toekomstscenario omarmen, zegt Agnes Derksen van het Nederlands Jeugdinstituut. "En ik snap ook waarom ze er haast mee hebben, gezien alle problemen die spelen in de jeugdbescherming. Maar het gaat om een fundamenteel andere manier van werken, en dat kost tijd."
"Het Toekomstscenario vraagt dat jeugdbeschermers anders gaan samenwerken met andere professionals en met ouders. Je kunt niet verwachten dat dat in één klap lukt. Samen leren is een fundamenteel onderdeel van die verandering. Voor de centrale rol van het wijkteam zijn sterke wijkteams nodig, maar de nieuwe werkwijze vraagt ook dat jeugdbeschermers goed aansluiten op die centrale rol. Dat betekent leren vertrouwen op gezinnen en accepteren dat er dingen fout kunnen gaan. Dat risico moeten we als samenleving leren accepteren. Ook is het de bedoeling dat jeugdbeschermers meer kijken naar wat het hele gezin nodig heeft. Ze krijgen dan te maken met andere zorgdomeinen die ze meer dan nu moeten betrekken bij de hulp. Bijvoorbeeld ook armoedebestrijding, verslavingszorg en geestelijke gezondheidszorg. Er is tijd nodig om in de praktijk te onderzoeken hoe je dat op een goede manier doet. Daar zijn de proeftuinen nu al mee bezig. Het is goed dat hun aantal wordt uitgebreid. De hele sector kan straks leren van hun ervaringen."
Door: Nationale Zorggids