Normal__meer_aandacht_nodig_voor_taal-_en_spraakproblemen_jonge_kinderen_

In sommige gemeenten zijn logopedisten vaker op de kinder- en peuteropvang te vinden om taalachterstanden tijdig te herkennen. Experts vrezen namelijk dat de coronacrisis ervoor heeft gezorgd dat taalontwikkelingsstoornissen te laat worden herkend. Dit meldt Algemeen Dagblad. 

Kinderen hebben contact nodig met leeftijdsgenootjes om hun spraak te ontwikkelen. De afgelopen twee jaar is veel online opgevangen, zegt logopedist Anniek van Doornik, maar kinderen hebben minder les gehad en vanaf een afstand is het lastiger om achterstanden te signaleren.

Grote steden

Volgens Van Doornik heeft zo’n 7 tot 14 procent van de kinderen een spraak- of taalstoornis. “Dat betekent dat er in elke klas minimaal één kind zit met deze problemen.” Vooral in grote steden is dat terug te zien. Zo weet de logopedist dat in Utrecht één op de tien kinderen gebruikmaakt van logopedie. “Dat is twee keer zoveel als het aantal kinderen met adhd. En slechts 1 tot 2 procent van de kinderen heeft autisme.”

Die cijfers geven aan dat er eigenlijk meer aandacht moet zijn voor spraak- en taalproblemen Dat er in de omgeving vooral aandacht uitgaat naar bijvoorbeeld adhd en autisme, is omdat dat sneller opvalt. Kinderen die problemen hebben met spraak, zijn stiller en vallen dus minder op.

Alarmbellen

Ieder kind is anders en daarom wil Van Doornik geen vaste leeftijd plakken op het nodig hebben van logopedie. Wel stelt ze dat een kind vanaf 4 jaar alle losse klanken moet kunnen uitspreken. Alarmbellen zijn volgens haar: korte zinnen, het niet begrijpen wat tegen hem of haar gezegd wordt, verkeerde vervoeging van werkwoorden en mond vaak open hebben.

De ISC-schaal helpt ouders eventuele taalproblemen te herkennen. Ouders kunnen daar vragen beantwoorden over spraakklanken, participatie van het kind en de beleving van het kind.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky