Normal_rss_entry-207644

De Staat hoeft Nederlandse IS-vrouwen en hun kinderen die in Noord-Syrische kampen zitten, toch niet terug te halen naar Nederland. Het gaat om een politieke kwestie en is daarom geen zaak voor de rechter, oordeelde het gerechtshof vrijdag in Den Haag. Het hof haalt hiermee een streep door de uitspraak van de rechtbank begin vorige week.

Het kort geding was aangespannen namens 23 vrouwen en hun 56 kinderen, die vastzitten in twee kampen in het noorden van Syrië. Ze zitten daar onder schrijnende en erbarmelijke omstandigheden.

Na het vonnis barstten meerdere familieleden van de IS-vrouwen in huilen uit. Na de uitspraak van de rechtbank waren ze hoopvol dat ze hun kinderen en kleinkinderen snel terug zouden zien. De advocaat van een aantal van hen liet direct na afloop weten "extreem teleurgesteld" te zijn. Hij weet nog niet of ze naar de Hoge Raad stappen, de cassatiebeslissing zal binnenkort genomen worden.

Beleidsvrijheid

De rechter oordeelde begin vorige week in een kort geding dat de Staat er per direct alles aan moest doen om op korte termijn de kinderen naar Nederland te halen. Voor de terugkeer van de IS-vrouwen zelf hoefde de Staat zich niet in te zetten, oordeelde de rechter. Maar als de Koerden, die de kampen bewaken, de kinderen niet zonder moeders zouden laten vertrekken, moest de overheid wel kijken of ze zowel moeders als kinderen kon terughalen.

De landsadvocaat had tijdens de behandeling van het hoger beroep al bepleit dat de rechter terughoudend moet zijn als het gaat om politieke afwegingen rond buitenlands beleid en internationale betrekkingen. Zeker bij een kort geding. "Het beleid hangt in sterke mate af van politieke afwegingen in verband met de specifieke situatie en komt tot stand in samenspraak tussen regering en volksvertegenwoordiging. Het is niet aan de burgerlijke rechter om die afweging te maken", aldus de landsadvocaat.

Het hof oordeelt dat de overheid "beleidsvrijheid" heeft en de rechter zeer terughoudend moet zijn om in te grijpen.

Regering blij met vonnis

Minister van Justitie Ferd Grapperhaus benadrukt dat het kabinet het vonnis "inhoudelijk zal bestuderen". Maar, voegt hij eraan toe, "ik kan in eerste reactie zeggen dat ik de uitspraak van het hof als ondersteuning van het kabinetsbeleid zie. We zijn altijd helder geweest. Deze vrouwen hebben zelf de keuze gemaakt om, al dan niet met hun minderjarige kinderen, uit te reizen naar IS-gebied en zich aan te sluiten bij een terroristische organisatie."

Door: ANP