Volgens de Inspecties werken Halt en de politie goed samen als het gaat om het afhandelen van straffen van minderjarigen. De medewerkers van Halt en de politie zijn ketenbewust, ze kennen het doel van de Halt-afdoening en zijn op de hoogte van elkaars taken en bevoegdheden. Ook de informatie-uitwisseling voldoet en krijgen beide partijen informatie van elkaar om hun taken te kunnen uitvoeren. Toch is de kwaliteit van de samenwerking ook afhankelijk van een aantal risico’s, zoals wachtlijsten, hoge werkdruk en ziekteverzuim. Dat meldt Inspectie Justitie en Veiligheid.
Onderbezetting en hoge werkdruk hebben invloed op wachtlijsten en doorlooptijden van de Halt-afdoening en hebben daarmee direct effect op het lik-op-stukbeleid dat met een Halt-afdoening wordt nagestreefd. De Inspecties verwachten dan ook vóór 1 maart 2018 door Halt te worden geïnformeerd over de (structurele) aanpak van wachtlijstproblematiek en het verkorten van doorlooptijden.
Een halt-afdoening wordt vaak bij het eerste politiecontact voorgesteld. Een proces-verbaal kan op zo voorkomen worden en de jongere mag dan kiezen of hij naar justitie gaat of naar Halt.
Via Halt worden kleine vergrijpen - zoals vernieling, (winkel)diefstal, overlast en schoolverzuim - gepleegd door jongeren van 12 tot 18 jaar, afgedaan met onder meer een leeropdracht en/of een werkstraf. Op deze manier kunnen jongeren voorkomen dat zij in justitiële documentatie worden opgenomen, wordt geprobeerd grensoverschrijdend gedrag zo vroeg mogelijk te stoppen (lik-op-stukbeleid) en wordt genoegdoening geboden aan de slachtoffers en aan de maatschappij.
Door: Redactie Nationale Zorggids