De politie verwacht dit jaar 20.000 meldingen van Nederlandse kinderporno te ontvangen. Dat zijn er achtduizend meer dan vorig jaar. De politie spreekt van een nationale dreiging. Het wordt steeds gemakkelijker voor makers van kinderporno om hun beelden op het internet te verspreiden, mede dankzij het zogenoemde dark web. Dat meldt het Algemeen Dagblad.
Het is steeds lastiger om meldingen die binnenkomen te onderzoeken, zegt Ben van Mierlo, landelijk coördinator Kinderporno en Kindersekstoerisme, Door de langdurige onderzoeken die volgen, worden steeds minder daders en slachtoffers gevonden. De politie noemt het toenemende aantal meldingen van kinderporno voor het eerst een dreiging voor het land.
“De impact op de slachtoffers is enorm. Zij hebben later geen vertrouwen meer in de medemens en functioneren slecht op school en op latere leeftijd op hun werk. De samenleving krijgt de rekening gepresenteerd van allerlei soorten uitval en psychiatrische zorg”, aldus Van Mierlo. Van de twaalfduizend meldingen die vorig jaar binnenkwamen, wist de politie zo’n tweehonderd kinderen te redden.
Van Mierlo denkt dat het voor de daders steeds gemakkelijker wordt om ‘veilig’ kinderporno te delen. Er zijn bijvoorbeeld meer mogelijkheden voor encryptie en belastend beeldmateriaal kan tegenwoordig met één klik op de knop verwijderd worden. Dit maakt het lastig voor de politie om daders op te sporen. Anonieme internetverbindingen in bijvoorbeeld bibliotheken en restaurants maken het nog moeilijker. Internetproviders hoeven sinds 2015 bovendien geen klantgegevens meer op te slaan, waardoor mogelijk bewijsmateriaal verdwijnt.
De politie weet wel dat elke foto een unieke code heeft, en heeft zo een database kunnen samenstellen met bestaande codes voor kinderpornografische beelden. Veel oude beelden blijven op het internet bestaan, maar er komen continu nieuwe foto’s en video’s bij.
Door: Redactie Nationale Zorggids