De Inspectie Veiligheid (Inspectie VenJ) heeft een calamiteit onderzocht waarbij een gezin waar de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) net een beschermingsonderzoek naar de situatie van de kinderen had gedaan, naar het buitenland was vertrokken. Uit onderzoek van de Inspectie VenJ naar de manier waarop de besluiten tot stand waren gekomen, blijkt dat gemaakte overwegingen niet in het dossier zijn opgenomen. Dat meldt de inspectie.
De Inspectie VenJ benadrukt het belang van het vastleggen van afwegingen voorafgaande aan een besluit. Dit kan namelijk helpen bij toekomstige besluitvorming wanneer een gezin op een later moment opnieuw onderwerp van onderzoek wordt. Het vergroot het lerend vermogen en bevordert de deskundigheid van medewerkers in de keten. En het maakt het voor kinderen, ouders en ketenpartners mogelijk de besluitvorming te reconstrueren.
De bevindingen van de Inspectie VenJ zijn met de RvdK besproken. De RvdK benoemde daarbij het dilemma dat kan ontstaan tussen het vastleggen van de overwegingen en het beschermen van het kind. De Raad kan er voor kiezen om overwegingen onder geheimhouding in het dossier te bewaren. In de praktijk blijkt dit echter kwetsbaar als het dossier voor inzage of afgifte van processtukken in andere handen komt.
De Inspectie VenJ erkent het genoemde dilemma. Het komt ook voor bij andere beroepsgroepen en instellingen, zoals bij de Gecertificeerde Instellingen voor Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De Inspectie VenJ en de Raad spreken daarom af dat de RdvK het onderzoekt op welke wijze dit dilemma opgelost kan worden. De RvdK zal de Inspectie over de uitkomsten van dit overleg informeren. Vervolgens beoordeelt de Inspectie of het resultaat van dit overleg, het voor de RvdK mogelijk maakt op een later tijdstip de besluitvorming te reconstrueren.
Door: Redactie Nationale Zorggids