Minder kinderbeschermingsmaatregelen met interventiegesprek?

Om het aantal kinderbeschermingsmaatregelen te verminderen en hiermee de druk op de jeugdbeschermingsketen te verlichten, is er onderzoek gedaan naar het interventiegesprek op de rechtbank. In een pilot is onderzocht of een raadsonderzoek voorkomen kan worden in gezag- en omgangszaken. Volgens de Raad voor de Kinderbescherming zijn de eerste ervaringen positief, aldus de RvdK. 

Binnen de pilot intensiveerde de Kinderbescherming zijn adviestaak op drie arrondissementen. Tijdens of na een rechtszitting gingen zittingsvertegenwoordigers van de organisatie met ouders in gesprek om het geschil omtrent gezag en omgang alsnog op te lossen. Ze wisten 29 keer een interventie in te zetten, waarvan 22 keer geen raadsonderzoek nodig was. Het geschil werd in zestien zaken opgelost na het gesprek en in zes zaken werd vrijwillige hulp door de ouders geaccepteerd. In vijf zaken lukte het de vertegenwoordigers van de Kinderbescherming niet om een interventiegesprek te houden.

Gezags- en omgangszaken

Gezags- en omgangszaken zijn onder meer wijzigingen in de omgangsregeling, toestemming verlenen om op vakantie te gaan met een ouder of wijziging van het hoofdverblijf van het kind. Ouders krijgen tijdens de rechtszitting de mogelijkheid om een bemiddelingsgesprek te voeren met zittingsvertegenwoordigers van de RvdK om een uitspraak van de rechter en daarbij behorend raadsonderzoek te voorkomen. Zonder akkoord van beide ouders kon een gesprek niet worden gehouden.

Minder rechterlijke uitspraken

Niet alleen de rechtbank en RvdK zijn positief, ook ouders zijn te spreken over het interventiegesprek op de rechtbank. Hoewel het aantal gehouden gesprekken te klein is om te kunnen concluderen dat deze tot minder kinderbeschermingsmaatregelen leiden, is wel duidelijk dat ouders hierdoor alsnog zelf een akkoord bereiken zonder tussenkomst van de rechter.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky