Omdat mensen vaak roepen dat ze ergens allergisch voor zijn, worden kinderen en volwassenen met een echte voedselallergie niet meer serieus genomen. De Nederlandse Vereniging voor Allergologie roept mensen dan ook op om zich eerst te laten testen voordat ze zeggen ergens allergisch voor te zijn. Dat meldt RTL Nieuws.
De allergologen vinden het vervelend dat mensen zonder diagnose zeggen dat zij een voedselallergie hebben, terwijl dat niet zo is. Kinderen en volwassenen met echte allergieën kunnen hierdoor in de problemen komen doordat bijvoorbeeld restaurants de allergie met een korreltje zout nemen.
Dit gebeurde ook bij Monique Goemans, wiens zoon leed aan diverse allergieën en astma. “Ik moest altijd vertellen dat mijn zoon dood kon gaan als hij bepaalde dingen zou krijgen, om maar aan te geven hoe ernstig het was”, zegt Goemans. Hij kwam vijf jaar geleden te overlijden doordat er een kruimeltje noot in een ijsje zat. Het lijkt erop dat alleen kinderen met een adrenalinepen serieus genomen worden, beaamt allergoloog Marika Stadermann, verbonden aan het Diakonessenhuis in Utrecht.
Mensen zijn snel geneigd om een voedselintolerantie, voedselovergevoeligheid en een voedselallergie over één kam te scheren. In werkelijkheid heeft ongeveer 5 procent van de kinderen een voedselallergie en ongeveer 2 tot 3 procent van de volwassenen. Zij denken daar zelf echter anders over, want 20 procent van de volwassenen en 17 procent van de ouders denken dat zij of hun kinderen een voedselallergie hebben.
Om allergieën te voorkomen is ouders de afgelopen decennia geadviseerd om bepaalde producten niet aan hun kinderen te geven. Maar nu blijkt dat juist daardoor allergische reacties ontstaan. Volgens een nieuwe Amerikaanse richtlijn kunnen ouders een pinda-allergie bij hun kind voorkomen door ze vroegtijdig pinda’s te geven. Dit geldt niet voor kinderen die al allergisch zijn, maar wel voor kinderen die een verhoogd risico op een allergie lopen.
Door: Redactie Nationale Zorggids
