In het Deventer Ziekenhuis krijgen baby’s en peuters met voedselallergie ‘orale immunotherapie’. Twee jaar lang krijgen ze iedere dag een kleine dosis van het eten waarvoor ze allergisch zijn, zoals pinda’s of kippeneieren. Zo kunnen kinderen op jonge leeftijd mogelijk goed geholpen worden. Dit meldt de Telegraaf.
Steeds meer kinderen in Nederland hebben een voedselallergie. Waar tien jaar geleden nog vijf procent van de kinderen een allergie voor een bepaald soort voedsel had, is dat percentage nu gestegen naar acht.
Dosering ophogen
Kinderarts-allergoloog Ted Klok van het Deventer Ziekenhuis rekent samen met zijn collega’s per kind uit wat hij of zij maximaal mag krijgen. “Langzaam voeren we de dosering op. Voorwaarde is wel dat de ouders minstens een uur na het eten ervan toezicht houden op het kind. En dat er een adrenalinepen in huis is, mocht er toch een allergische reactie optreden.” Baby’s en peuters die deelnemen aan de studie hebben iedere twee weken een afspraak op de poli om te kijken hoe het ervoor staat.
Allergische reactie kwam bij oudere kinderen weer terug
Het ziekenhuis in Deventer deed eerder een soortgelijk onderzoek onder oudere kinderen en bij hen kwamen de allergische reacties weer terug na de orale immunotherapie. Volgens Klok was het immuunsysteem bij deze groep kinderen al ontwikkeld, maar zou dat bij de jongere groep nog niet zo moeten zijn. Hij hoopt dan ook dat deze kinderen ook na de immunotherapie minder of geen last meer hebben van hun allergie.
Het onderzoek wordt ook in het Martini Ziekenhuis in Groningen en het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft uitgevoerd.
Door: Nationale Zorggids