Uit onderzoek van het CBS vorige week bleek dat kinderen van ouders met overgewicht, vaak zelf ook overgewicht hebben. Met name kinderen uit gezinnen met een laag inkomen en niet-westerse allochtone kinderen kampen vaker met overgewicht. Het Voedingscentrum maakt zich zorgen, want de huidige voorlichting lijkt niet iedereen te bereiken. Overheid, bedrijven en ouders zelf moeten zich inzetten voor een gezonde omgeving van het kind. Dat meldt het Voedingscentrum.
Ouders die een kind met overgewicht hebben, moeten volgens het Voedingscentrum kijken of ze er zelf iets aan kunnen veranderen en bovendien achterhalen waarom een kind te zwaar is geworden. Daarom is het altijd belangrijk om een gezonde thuisomgeving te creëren voor het kind. Zo is aan tafel eten bijvoorbeeld beter, omdat ze verhoudingsgewijs minder eten dan wanneer ze voor de televisie zitten. Ook is het verstandig om fruit op tafel te zetten in plaats van een snoeppot, adviseert het Voedingscentrum. Een kind kiest er dan zelf sneller voor om een gezonde optie te kiezen.
Gezonde tussendoortjes kunnen vaak minder gezond zijn dan ze lijken. Zo zit er in een plak ontbijtkoek of fruitbiscuit flink wat calorieën. In veel producten staat ‘zonder toegevoegde suiker’ maar dat betekent niet dat er geen suiker in zit. Hetzelfde geldt voor pakjes drinken en sap. Daar zit vaak meer suiker in dan men denkt, benadrukt het Voedingscentrum. Tot slot is het portiecontrole aan te bevelen. Naast gezond eten, is de hoeveelheid eten ook van belang. Op de website van het Voedingscentrum staan de aanbevolen dagelijkse porties voor kinderen tussen de vier en acht jaar en negen en twaalf jaar. Ouders die zich zorgen maken om het gewicht van hun kind worden aangeraden om contact op te nemen met hun huisarts of kinderdiëtist.
Door: Redactie Nationale Zorggids
