Logo_cbp_logo

Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) heeft na onderzoek bij twee bureaus jeugdzorg (BJZ) geconcludeerd dat zij onvoldoende maatregelen hebben getroffen om te waarborgen dat de persoonsgegevens die zij verwerken juist en nauwkeurig zijn. Dit is in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens. Dit meldt het CBP. 

Uit het onderzoek blijkt dat de werkwijzen van de BJZ's onvoldoende zijn om de kwaliteit van de gegevens in hun dossiers te waarborgen. Dit komt omdat bij de BJZ's onvoldoende is vastgelegd hoe de persoonsgegevens moeten worden geregistreerd. Zo ontbreken werkwijzen voor de zogeheten contactjournaals waarin de contacten van BJZ met hulpverleners, ouders en jeugdigen zijn vastgelegd. Ook is niet altijd voldoende uitgewerkt hoe onderscheid wordt gemaakt tussen 'harde' feitelijke gegevens en 'zachte' gegevens (zoals indrukken en vermoedens). Tot slot ontbreekt een standaardwerkwijze voor onder meer het weergeven van de herkomst van informatie, het actueel houden van informatie en het markeren van onjuistheden. Doordat de werkwijzen onvoldoende zijn uitgewerkt, ontbreken in de organisatie de waarborgen voor het juist en nauwkeurig registreren. Dit brengt risico's met zich mee, ook omdat de naleving van de werkwijze niet adequaat kan worden gecontroleerd.
 
Op basis van de informatie in de registratie van BJZ's kunnen ingrijpende beslissingen worden genomen over de te verlenen zorg, verzoeken tot onderzoek aan de Raad voor de Kinderbescherming en verzoeken aan de rechter om verlenging van opgelegde jeugdbeschermingsmaatregelen. Naar aanleiding van het onderzoek hebben de twee onderzochte BJZ's Noord-Holland (tegenwoordig De Jeugd- en Gezinsbeschermers) en Limburg maatregelen aangekondigd om hun werkwijzen te verbeteren. Het CBP heeft hierover ook met Jeugdzorg Nederland gesproken. Het CBP zal nu bekijken in hoeverre deze maatregelen de geconstateerde overtredingen beëindigen
 
© Nationale Zorggids