Voedselallergie komt vaker voor bij kinderen die in het centrum van een stad opgroeien. Dat is aangetoond in een Amerikaans onderzoek door wetenschappers van het Johns Hopkins Children's Center, waarvoor 515 kinderen uit enkele grote steden gedurende de eerste vijf jaar van hun leven werden gevolgd. Een op de tien van deze kinderen ontwikkelde een allergie voor melk, eieren of noten, zo meldt Gezondheidsnet.
Naast de tien procent met een daadwerkelijke allergie, bestond bij nog eens zeventien procent het vermoeden van een allergie en bij 29 procent werd er een gevoeligheid gevonden voor bepaalde voedingsmiddelen. Deze percentages liggen hoger dan het landelijke percentage van kinderen met een voedselallergie (zes procent). In eerder onderzoek werd al aangetoond dat kinderen die in het stadscentrum opgroeien meer kans hebben op astma en omgevingsallergieën. Kinderen met een voedselallergie kampen vaak ook met omgevingsallergieën, astma en eczeem.
Volgens de onderzoekers wordt de kans op een voedselallergie kleiner wanneer kinderen opgroeien in een omgeving met grote hoeveelheden endotoxine. Dit is een stof die wordt geproduceerd door bepaalde bacteriën. Dit is de zogenoemde hygiënehypothese, waarin wordt aangenomen dat blootstelling aan bepaalde micro-organismen tijdens de eerste jaren kinderen kan beschermen tegen astma en allergieën.
© Nationale Zorggids
