Van alle volwassenen tussen de 20 en 30 jaar oud is 7 procent gameverslaafd. 85 procent van de mensen tussen de 13 en de 40 jaar gamet; voor 8,7 procent van deze mensen is het gamen problematisch. Dat wil zeggen dat zij aan minimaal vijf van de negen criteria voldoen voor psychiatrische aandoeningen. Dit meldt Nieuwsuur.
Onderzoeker Jeroen Lemmens van de Universiteit van Amsterdam (UvA) ondervroeg 2400 Nederlanders in zijn studie naar overmatig computerspellen spelen. In de leeftijdsgroep 13 tot 40 jaar speelt 85 procent computerspellen. Bij de jongens ligt dat percentage op 95 procent of meer. “Het nadert de 100 procent," zegt Lemmens.
Voor 8,7 procent van alle gamers is het gamen problematisch. Zij voldoen dan aan minimaal vijf van de negen criteria van psychiatrische aandoeningen zoals beschreven in het Amerikaanse handboek DSM-5. Dit houdt in dat de gamer afkickverschijnselen krijgt wanneer er niet gegamed kan worden. Of dat er gelogen wordt over de speeltijd tegen familie of vrienden. De verslaafden spelen daarnaast vaak uit vluchtgedrag; ze ontsnappen in een virtuele fantasie.
Van de jongeren tot twintig jaar is 6 procent problematisch in zijn gamen. Bij de groep gamers van boven de twintig is dat 7 procent. Dat is veel, volgens Lemmers. Maar ook is er een heel grote groep niet-problematische gamers. De verslaving vertaalt zich in de praktijk vaak in problemen op school, de studie of later in problemen met werk of relaties.
© Nationale Zorggids
