Uit onderzoek van MADE-Life Stichting blijkt dat veel ggz-instellingen kritisch zijn over de therapeutische impact van hun huisvesting. Meer dan driekwart van de onderzochte instellingen geeft zichzelf een matige of lagere score op dit gebied. Patiënten, ervaringsdeskundigen en behandelaren ervaren de behandelplekken vaak als ondermaats. Dit meldt MADE-life Stichting.
Stichting MADE-Life onderzocht hoe ggz-instellingen kijken naar de invloed van hun huisvesting op het welzijn en herstel van cliënten. Daarbij werd inzichtelijk gemaakt dat er nog te weinig aandacht is voor de inrichting van een healing environment en het toepassen van evidence-based design, benadrukt ook GGNet. Hoewel enkele instellingen positieve uitzonderingen vormen, blijft de sector als geheel achter.
Reacties vanuit de sector
“We hebben het veel over hoe goede zorg eruit moet zien, maar dit rapport laat zien dat het ook belangrijk is om te onderzoeken hoe de behandelomgeving hier zo optimaal mogelijk voor kan worden ingericht”, zegt MIND-directeur Dienke Bos. GGNet wijst op de noodzaak van optimale behandelomgevingen om betere zorg te waarborgen, terwijl ProPersona benadrukt dat verbeteringen onderdeel zijn van hun strategisch vastgoedplan. Dimence stelt dat huisvesting moet bijdragen aan duurzaam herstel, en Arkin ziet veiligheid en warmte als prioriteiten.
Concrete vervolgstappen
MADE-Life formuleerde op basis van het onderzoek drie concrete stappen om ggz-behandelplekken te verbeteren. De stichting organiseert ook werkbezoeken en webinars om kennisuitwisseling te stimuleren en innovatieve oplossingen te delen. Initiatieven zoals de ontwerpwedstrijd GGZ Behandelkamer van de Toekomst hebben al geleid tot baanbrekende ideeën, ontworpen door studenten van toonaangevende ontwerpacademies.
Door: Nationale Zorggids