Gemeenten kunnen aanvragen voor hulphonden in de toekomst makkelijker afwijzen, zegt juridisch adviseur Wim Peters. Volgens de Centrale Raad van Beroep (CRvB) is er in de Zorgverzekeringswet bewust voor gekozen om de kosten voor therapie-, epilepsie- of PTSS-honden niet te vergoeden vanwege gebrek aan wetenschappelijk bewijs. Gemeenten hoeven dus ook niet in hun buidel te tasten, maar ze kunnen deze maatwerkvoorziening wel leveren. Dit meldt Binnenlands Bestuur.
De verstrekking van een hulphond komt hierdoor in een ander daglicht te staan, zegt Peters. Hij vergelijkt de vergoedingssituatie van de hulphond met een sta-op-stoel voor mensen met een lichamelijke beperking. Met zo’n hulpmiddel kunnen zij makkelijk uit een stoel opstaan, maar er is geen vergoeding vanuit de Zvw. Daardoor valt het hulpmiddel echter niet automatisch onder de Wmo. Dit geldt dus ook voor hulphonden, met uitzondering van de blindengeleide-, signaal- en ADL-honden voor mensen met een beperking.
Niet verplicht om maatwerkvoorziening te leveren vanuit Wmo
Gemeenten kunnen niet worden verplicht om een therapeutische hulphond te vergoeden alleen omdat de zorgverzekeraars er niet voor betalen, zo luidt de conclusie van de CRvB in een zaak over Wmo-maatwerkvoorziening. Een aanvrager wilde dat de gemeente Hoorn de opleiding van een hulphond zou betalen vanuit de Wmo, maar dit verzoek werd afgewezen. De inwoner maakte bezwaar, maar de rechtbank Noord-Holland gaf Hoorn gelijk. Daarop stapte de aanvrager naar het CRvB, maar ook deze uitspraak komt overeen: de gemeente is niet verplicht om de maatwerkvoorziening te leveren. Een hulphond valt feitelijk onder de Zorgverzekeringswet en daarin is bewust een keuze gemaakt om deze kosten niet te vergoeden. Vanuit het basispakket worden alleen blindengeleidehonden, signaalhonden en assistentiehonden (ADL-honden) vergoed voor mensen met een visuele, auditieve en lichamelijke beperking.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky