Eén op de vijf werknemers die ontevreden is over hun baan is niet in staat om op eigen initiatief te vertrekken. Daardoor blijven deze mensen te lang in een baan die niet (meer) bij ze past. Dit heeft negatieve gevolgen voor de doorstroom op de arbeidsmarkt en voor de werkgever door het dalen van de productiviteit. Maar de werknemer heeft er nog het meeste last van. Opgesloten zitten in een baan zorgt voor veel stress en energie-uitputting. Ruim een derde van deze werknemers krijgt te maken met depressieve klachten of zelfs een burn-out. Dat meldt Tilburg University.
Dat blijkt uit promotieonderzoek van Merel Feenstra-Verschure naar het fenomeen ‘opgesloten zitten in de baan’. Mensen die aangeven opgesloten te zitten in hun baan, ervaren onvoldoende controle over de situatie. Zij hebben bijvoorbeeld te maken met onzekerheid door een te lage opleiding of door financiële verplichtingen. Ook ervaren zij een drempel om tot actie over te gaan om een andere meer passende baan te vinden. Bovendien rust er een taboe op het onderwerp: mensen zijn terughoudend om over gevoelens op het werk te praten, vooral als deze negatief van aard zijn.
Vastzitten
Merel Feenstra-Verschure: "Iedereen kan op een gegeven moment in zijn of haar carrière te maken krijgen met de ervaring vast te zitten in de baan. Het zou mooi zijn als dat in een open dialoog op de werkvloer bespreekbaar gemaakt kan worden. Helaas is dat vaak nog niet het geval. Deels door onwetendheid, maar ook door de maatschappelijke druk om het allemaal goed voor elkaar te hebben. Daarom delen we liever niet met onze collega’s en directe leidinggevende dat we ontevreden zijn en geen uitweg zien om te vertrekken. Hierdoor blijven er momenteel te veel mensen veel te lang opgesloten zitten in hun baan."
Meer bewustzijn van het fenomeen opgesloten zitten in de baan kan helpen om het taboe te doorbreken. Met behulp van een quickscan kan sneller geïdentificeerd worden om welke groepen werknemers het gaat. Daarbij is het van belang dat er een open dialoog tot stand komt tussen alle betrokkenen.
Door: Nationale Zorggids