Fivoor, de instelling waar Michael P. was opgenomen, heeft niet volledig meegewerkt aan het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Dat blijkt uit de bijlagen en verantwoording bij het donderdag gepubliceerde rapport.
"De Raad heeft veel personen niet één op één kunnen spreken omdat ze begeleid werden door een leidinggevende of een jurist. De Raad vindt dit onwenselijk omdat dit mogelijk het vrijuit spreken belemmert, en daarmee van invloed kan zijn op het onderzoek." De afspraken kwamen al moeizaam tot stand, aldus de OVV.
Ook wilde Fivoor - dat het rapport vooraf ter inzage heeft ontvangen - het nodige aangepast zien. De OVV heeft zeventien van de aangedragen punten kunnen weerleggen. Bijvoorbeeld dat de behandelaren door de geleverde delictanalyse minder getriggerd waren op seksuele ontsporingen van Michael P. "De Onderzoeksraad heeft echter noch in de dossierstukken (bijvoorbeeld het behandelplan), noch in de gevoerde gesprekken aanwijzingen gevonden dat de behandelaars de delictanalyse hebben geraadpleegd, laat staan dat zij er door op het verkeerde been zijn gezet."
De OVV noemde het problematisch om toegang tot de medische informatie te krijgen. Er waren al meerdere schriftelijke toestemmingsverklaringen overlegd voordat de OVV toegang kreeg tot de medische gegevens van Michael P..
P. heeft volgens de OVV zonder restricties meegewerkt aan het onderzoek. "De Onderzoeksraad heeft hem op 20 juni 2018 geïnterviewd. Tevens heeft hij de raad toestemming gegeven om zijn dossier in te zien."
Door: ANP