Normal_dementie

Een gevalideerde vragenlijst zou neurologen en psychiaters helpen een onderscheid te kunnen maken tussen dementie en bepaalde psychiatrische stoornissen. Dit stelt promovendus Jort Vijverberg van de Vrije Universiteit van Amsterdam. De helft van de mensen met dementie krijgt namelijk een psychiatrische diagnose, omdat zij depressieve symptomen en apathie vertonen. Dat meldt VUmc. 

Beginnende dementie brengt vaak gedragsveranderingen met zich mee. Gedragingen die vaak worden verward met een depressie of schizofrenie. Het verlies van motivatie of verlies van empathie of sympathie lijken bij alle aandoeningen erg op elkaar. De psychiatrie kent daarbij ook nog geen hoog aanvullend onderzoek om vast te stellen of er inderdaad sprake is van een psychiatrische stoornis. Door het ontbreken van een hersenscan of een test op afwijkende eiwitten in de hersenen, krijgen  mensen met frontotemporale dementie vaak onterecht een psychiatrische diagnose.

Uit onderzoek van Vijverberg blijkt dat een gevalideerde vragenlijst zorgverleners helpt een beter onderscheid te maken. Daarnaast zou altijd beeldvorming verricht moeten worden, vindt de promovendus. Als een hersenscan alsnog niet voldoende vaststelt, zou genetisch onderzoek of onderzoek van het hersenvocht van de patiënt moeten plaatsvinden. Mensen met frontotemporale dementie hebben namelijk een verhoogd aantal specifieke eiwitten in hun hersenen. Dit hebben mensen met een psychiatrische aandoening niet. Zolang neurologen en psychiaters geen zekere diagnose kunnen stellen, is het bovendien aan te raden om voor een langere tijd follow-up afspraken te maken.

Door: Redactie Nationale Zorggids