(Novum) - De jeugdzorg en de geestelijke gezondheidszorg hebben een blinde vlek voor de problemen waar homo- en biseksuele jongeren mee kampen. Dat concludeert COC Nederland in een rapport dat dinsdag is gepresenteerd. De jeugdhulpverlening zou moeten leren met een 'roze bril' naar de problemen te kijken.
Op scholen valt volgens het rapport het meeste te winnen. 'Homo' is volgens het onderzoek nog altijd het meest gebruikte scheldwoord. 91 procent van de jongeren die openlijk homo zijn op school krijgen daarop negatieve reacties. Uit eerder onderzoek bleek al dat bij homo- en biseksuele jongen vier tot vijf keer zo vaak sprake is van suïcidegedachten of -pogingen als bij heteroseksuele jongeren.
Het ministerie van Onderwijs zou beleid moeten ontwikkelen om de problemen op scholen tegen te gaan. Zo zou op alle docentenopleidingen voorlichting moeten komen over onder meer seksuele diversiteit.
Ook zou op elke school een vertrouwenspersoon moeten komen met kennis over de problemen waar deze jongeren mee kampen en zouden incidenten moeten worden geregistreerd. In de jeugdzorg moet de overheid bovendien kennis stimuleren over kinderen die transgender, hermafrodiet, homo- of biseksueel zijn, vindt het COC.
In het onderzoek richt het COC zich voor het eerst ook op mensen met een zogenoemde intersekseconditie. Het gaat dan bijvoorbeeld om mensen die geslachtskenmerken van zowel een man als een vrouw hebben. In Nederland is volgens het onderzoek vrijwel niets bekend over wat het met de mogelijk 21 duizend kinderen doet die dit hebben. Het COC pleit voor meer onderzoek naar de gevolgen op lange termijn als medisch wordt ingegrepen.
Het onderzoek werd dinsdagmiddag aangeboden aan staatssecretaris van jeugdbeleid Martin van Rijn (PvdA).