AMSTERDAM (Novum) - Omdat asielzoekers in opvangcentra veel te weinig te doen hebben, worden ze passief en zijn ze niet bezig met hun inburgering of de terugkeer naar hun eigen land. Het Nederlandse asielbeleid is er dus bij gebaat om de dagbesteding flink te verbeteren, concludeert de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) volgens Trouw in het rapport 'Verloren tijd' dat vrijdag wordt gepubliceerd.
De adviescommissie onderzocht de dagbesteding in asielzoekerscentra waar asielzoekers wonen van wie nog niet duidelijk is of ze een verblijfsvergunning krijgen. Ook de situatie in centra voor uitgeprocedeerde asielzoekers werd bekeken.
Voor de meeste asielzoekers zouden de dagen bestaan uit wachten, wat huishoudelijke taken, eten, televisie kijken, een wandelingetje maken en slapen. "Voor de meesten is gedwongen nietsdoen de dagelijkse praktijk", citeert de krant het rapport. In zo'n sluimerbestaan zou de neiging om zelf initiatief te nemen verdwijnen. "Ze worden apathisch, leven in een vacuüm en zijn niet of nauwelijks in staat hun leven in eigen hand te nemen."
De adviescommissie wijst erop dat asielzoekers nauwelijks de mogelijkheid hebben om te werken, vrijwilligerswerk te doen, onderwijs te volgen of activiteiten te organiseren. In het rapport wordt volgens de krant gepleit voor een proef waarbij alle opvangcentra veel meer activiteiten organiseren.
Als asielzoekers zelf meer kunnen ondernemen, moet dit volgens de ACVZ haast wel tot minder passiviteit, minder gezondheidsklachten, een betere inburgering en eventueel een actiever meewerken aan vertrek leiden. De ACVZ geeft de regering en het parlement gevraagd en ongevraagd advies.