Multiple sclerose (MS) komt veel vaker voor in Noord-Europa dan in het zuiden van ons continent. Onderzoekers van Cambridge University denken een verklaring te hebben gevonden. Veehouders die zo’n 5.000 jaar geleden verhuisden van Rusland naar het noorden van Europa hadden genetische afwijkingen die hen tegen ziektes moest beschermen. Deze afwijkingen zijn volgens de wetenschappers geëvolueerd naar genen die een verhoogd risico geven op auto-immuunziektes als MS. Dit meldt VRT.
Binnen het onderzoek is het DNA van 317 Europese skeletten die tussen de 3.000 en 11.000 jaar oud zijn bestudeerd. Deze gegevens werden gecombineerd met analyses uit botten en tanden van ruim 1.300 jager-verzamelaars uit Oost-Europa. Terwijl boeren uit het Midden-Oosten vaak naar het zuiden vetrokken, gingen veehouders-nomaden uit de Russische steppe voornamelijk naar het noorden. En juist die veehouders blijken genetische afwijkingen te hebben gehad. Destijds gaf dit hen waarschijnlijk bescherming tegen veeziektes.
Overactief immuunsysteem
Dit genetisch voordeel bestaat nu natuurlijk niet meer omdat niet alleen de zorg veel beter is, maar er ook meer aandacht is voor hygiëne en leefomstandigheden. De onderzoekers vermoeden dat die afwijkingen nu juist voor een overactief immuunsysteem zorgen, wat weer leidt tot een verhoogd risico op MS en andere auto-immuunziektes. “De resultaten hebben ons allemaal verbaasd en dit verandert onze kijk op MS”, zegt geneticus William Barrie van de universiteit van Cambridge. “Het betekent dat we moeten proberen om het immuunsysteem te herkalibreren in plaats van te onderdrukken.”
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky