Ruim 485.000 mensen maakten in de eerste helft van dit jaar gebruik van hulp bij het huishouden vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dit is ruim een kwart meer dan in de eerste helft van 2019. Dit meldt het CBS.
De meeste gemeenten vroegen tot en met 2018 een inkomensafhankelijke bijdrage voor het gebruik van hulp bij huishouden, ondersteuning thuis of gebruik van hulpmiddelen, zoals een rolstoel of traplift. In 2019 kwam daarvoor in de plaats een abonnementstarief van 19 euro per maand. Vanaf 2026 moet er weer een inkomensafhankelijk bijdrage worden afgedragen.
27 procent meer cliënten
Bijna 10 procent meer unieke Wmo-cliënten maakten in de eerste zes maanden van 2023 gebruik van een maatwerkvoorziening (hulp bij huishouden, ondersteuning thuis of hulpmiddel) dan in de eerste helft van 2019. In 2023 maakten 27 procent meer cliënten gebruik van hulp bij huishouden. Dit waren vooral ouderen. Ondersteuning thuis wordt juist relatief minder door ouderen afgenomen.
Abonnementstarief trekt hogere inkomens
Sinds de invoering van het abonnementstarief maken ook meer mensen uit een hogere inkomensklasse gebruik van hulp bij het huishouden. Daar is sprake van ongeveer een verdubbeling in het aantal gebruikers.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky