Huisartsen en verpleegkundigen zien steeds meer ouderen eenzaam worden of slecht eten en drinken. Ze vinden dat ouderen te weinig mantelzorg en professionele hulp aan huis krijgen. Driekwart van de huisartsen en de helft van de wijkverpleegkundigen vindt de thuiszorg onvoldoende. Dat meldt de NOS.
De NOS vroeg 320 huisartsen en 30 wijkverpleegkundigen om een vragenlijst in te vullen over de zorg van zelfstandig wonende ouderen. Zij zien onder andere dat meer ouderen vallen of geestelijk achteruitgaan. Dit zou een gevolg zijn van het besluit van het kabinet om de toegang tot verpleeghuizen te beperken en ouderen langer thuis te laten wonen. De bedoeling is dat ouderen professionele zorg aan huis krijgen en dat vrienden en familie meer bijspringen. De ouderen die 24-uurszorg nodig hebben, kunnen wel in een verpleeghuis terecht.
De problemen zouden volgens de zorgverleners een verband hebben met de algemene ondersteuning en bezuinigingen. Ouderen krijgen bijvoorbeeld minder huishoudelijke hulp, dagbesteding en begeleiding. “Minder huishoudelijke hulp of een dagopvang die wordt opgeheven betekent minder toezicht op kwetsbare ouderen”, zegt Herman Suichies van de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen. “Daardoor is er meer vereenzaming, eten en drinken de ouderen slechter en er is meer kans op te laat geconstateerde medische problemen. En als het misgaat, is een tijdelijke opname bijna onmogelijk geworden.”
Familie of vrienden kunnen volgens de zorgverleners onvoldoende helpen, want die zijn vaak overbelast of wonen ver weg. “In het ideale plaatje springen de kinderen bij”, zegt een wijkverpleegkundige. “Als die er niet zijn, moet een oudere een goede beurs hebben om genoeg zorg te krijgen. Mensen die beide niet hebben, krijgen het echt steeds zwaarder.”
© Nationale Zorggids