Het aantal zwangerschapsafbrekingen in Nederland is in 2019 toegenomen met 3 procent. In totaal werden er in dat jaar 32.233 abortussen uitgevoerd. Dat zijn er 1.231 meer dan in 2018, 2017, 2016 en 2015. Dit blijkt uit het jaarlijkse rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de Wet afbreking zwangerschap.
De toename van het aantal zwangerschapsafbrekingen is ook terug te zien in relatieve cijfers. In 2019 werden er per 1.000 in Nederland wonende vrouwen van 15 tot 45 jaar 9,1 abortussen uitgevoerd. In 2018 steeg dit getal naar 8,8, in de jaren ervoor was het steeds rond de 8,6. Ook het aantal abortussen per 1.000 levendgeborenen (de abortusratio) nam toe.
Abortussen onder tieners
Het aantal zwangerschapsafbrekingen bij tieners daalt sinds 2002. In 2019 is deze daling gestagneerd. Toen was 8,2 procent van alle zwangerschapsafbrekingen bij vrouwen van 19 jaar of jonger. Dat is iets meer dan in 2018. In 2002 was dit percentage nog 16,8 procent.
De meeste overige cijfers zijn vergelijkbaar met voorgaande jaren. Ruim de helft van alle zwangerschapsafbrekingen vond plaats in de eerste acht weken van de zwangerschap. Ruim 90 procent van de behandelingen werd verricht in een abortuskliniek, de overige 10 procent in een ziekenhuis.
Door: Nationale Zorggids