Logopedisten in het onderwijs voelen zich vaak ondergewaardeerd

Logopedisten in het onderwijs zijn vaak ontevreden over hun inschaling. In het jarenlange traject waarin hun functie werd herzien voelen zij zich totaal niet serieus genomen. Dat blijkt uit een onderzoek van het Onderwijsblad naar de hogere inschaling. Dat meldt de AOb. 

De meeste logopedisten zaten al in salarisschaal 9, maar zijn er totaal niet op voorruit gegaan. Vooral de logopedisten die werken met kinderen die doof of slechthorend zijn vinden dat voor hun functie minstens salarisschaal 10 passend is.

Kentalis

Van de zeventig logopedisten die hun ervaringen deelden aan het Onderwijsblad werken er veel bij Kentalis. Kentalis is een landelijke organisatie met 32 scholen in het cluster-2 onderwijs (dove en slechthorende kinderen en kinderen met een taalontwikkelingsstoornis). Het traject om tot een passende waardering te komen is daar nog vol in beweging. Kentalis kwam in eerste instantie met een generieke functiebeschrijving voor logopedist. De medezeggenschapsraad (mr) ging hier niet mee akkoord en toen de geschillencommissie de mr gelijk stelde, schakelde Kentalis een ander bureau in. Daaruit kwamen logopedist A en logopedist B uit voort. A in schaal 9 en B in schaal 10. Op dit moment vinden er nog gesprekken met de werknemers plaats over hun inschaling.

Ontwikkeling van leerlingen

Veel logopedisten geven aan dat ze net als de leerkracht verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van leerlingen en ook lesgeven. Denk aan gebarenlessen, taalonderwijs en lessen communicatieve vaardigheden.

Salarisschaal 10

Scholen voor het speciaal onderwijs hebben extra loonruimte gekregen voor een hogere inschaling. Als je continue taken doet die bij salarisschaal  10 horen, dan behoort je werkgever je daar ook naar te betalen. Kentalis vindt het jammer dat er zoveel onvrede en wantrouwen is bij de logopedisten. “Op dit moment voeren we gesprekken over inschaling, waarbij we de intentie hebben om schaal 10 vanaf januari voor meer logopedisten mogelijk te maken.”

Door: Nationale Zorggids