Bij ruim 50 procent van de gezinnen waarin sprake is van huiselijk geweld gaat het geweld door nadat een melding is gemaakt bij Veilig Thuis. Dit blijkt uit een langdurig onderzoek dat is uitgevoerd door het Verwey-Jonker instituut. Dat melden NOS en De Telegraaf.
Veilig Thuis is het advies- en meldpunt van kindermishandeling en partnergeweld. Uit onderzoek is gebleken dat anderhalf jaar na de melding het geweld nog steeds voorkomt in meer dan de helft van de gezinnen. Bij ongeveer 30 procent van de gezinnen is het geweld na de melding echt helemaal gestopt. Op basis van de vergelijking met eerdere studies gaat het wel de goede kant op, volgens Majone Steketee, directeur van het Verwey-Jonker Instituut.
Gevolgen voor kinderen
De meeste kinderen (91 procent) hebben te maken met mishandeling, verwaarlozing of geweld tussen hun ouders. Uit het onderzoek blijkt dat de helft de kinderen geen hulp ontvangt en 30 procent krijgt geen steun uit de nabije omgeving. De gevolgen voor kinderen die slachtoffer zijn van mishandeling zijn groot. Ze krijgen te maken grote trauma’s, hechtingsproblemen, een gevoel van onveiligheid en chronische stress. Doordat slachtoffers het risico lopen dat ze later zelf pleger worden kan het geweld generaties lang doorgaan. Daarom is het ontzettend belangrijk dat het geweld volledig stopt. Pas dan is het welzijn van ouderen en kinderen bijna op het niveau van de algemene Nederlandse bevolking.
Veel hulpverleners vinden het echter lastig om het huiselijk geweld aan te kaarten. Daarnaast missen zij de deskundigheid in het signaleren en benoemen van het geweld. Daarin zouden ze getraind moeten worden. Ook als de gezinnen aangeven dat de situatie verbeterd is, moet de zorgverlener alert blijven. Om de gezinnen te helpen, is maatwerk en langdurige beleiding nodig.
Door: Nationale Zorggids