Bijna alle regio’s zijn de afgelopen acht weken actief geweest om projectplannen op te stellen voor de projectenpool ‘Van denken naar doen’ tegen huiselijk geweld en kindermishandeling. Vanuit de projectenpool faciliteert het programmateam Geweld hoort nergens thuis (GHNT) regio’s via gemeenten, om hun plannen van papier naar praktijk te brengen. Dit meldt het ministerie van Volksgezondheid.
Voor 2019 zijn er binnen de projectenpool negen prioriteiten opgesteld. Binnen al deze categorieën zijn aanvragen ingediend. Het feit dat veel regio’s binnen deze prioriteiten actief zijn, zorgt er voor dat alle regionale plannen een bijdrage leveren aan de drie actielijnen, die binnen het programma GHNT zijn geformuleerd.
Natuurlijk was er ook de mogelijkheid om naast de prioriteiten nog aanvragen te doen die in meer algemene zin een bijdrage leveren aan de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Een aantal regio’s heeft hier gebruik van gemaakt. Bij deze aanvragen uit de categorie ‘overig’ kun je denken aan het ontwikkelen van een ‘hulp App’ voor slachtoffers en betrokkenen, een training voor vroegsignalering, een methodiek voor systeemgericht (net)werken of het organiseren van een symposium.
Beoordeling
Voor de projectpool is jaarlijks een bedrag van 3 miljoen euro beschikbaar. De aanvragen die tot en met 12 juli 2019 zijn binnen gekomen, hebben dit bedrag ruim overschreden. Dat betekent dat er los van de inhoudelijke beoordeling van de projecten ook een financiële afweging gemaakt moet worden.
Eind juli zijn alle projecten beoordeeld en krijgen de aanvragers per e-mail bericht of hun aanvraag wel of niet is toegekend. Daarna wordt een totaaloverzicht opgesteld, dat via het platform GHNT beschikbaar is voor de regionaal projectleiders, zodat iedereen inzicht heeft in wie met welke projecten aan de slag is. Op deze manier krijgt het met elkaar leren in de praktijk vorm en inhoud.
Door: Nationale Zorggids