De kans op botbreuken bij kinderen wordt vergroot door het gebruik van maagzuurremmers. Dit blijkt uit onderzoek van Amerikaanse wetenschappers die gegevens van bijna 900.000 kinderen analyseerden. Jonge kinderen die in hun eerste levensjaar maagzuurremmers toegediend kregen, hadden twintig tot dertig procent meer kans op botbreuken later in hun jonge leven. Dat meldt NU.nl.
De wetenschappers schrijven over enkele specifieke maagzuurremmers, namelijk de histamine 2- receptorantagonisten (H2-blokkers) en protonpompremmers omezaprol en pantoprazol. Tien procent van de kinderen in hun eerste levensjaar krijgen maagzuurremmers voorgeschreven.
De protonpompremmer, die – zoals de naam al zegt – de werking van de protonpomp remt, zorgt ervoor dat kinderen 22 procent meer kans hebben op een botbreuk en de H2-blokkers in combinatie met de protonpompremmer vergroten deze kans met 31 procent. Het gebruik van enkel H2-blokkers lijkt geen negatieve gevolgen te hebben voor de botten.
Hoe langer de maagzuurremmer wordt geslikt, hoe meer kans op een botbreuk. Ook de leeftijd van het kind speelt een rol in het vergrote risico op botbreuken. Des te eerder een kind maagzuurremmers slikt in zijn leven, des te groter het risico op botbreuken. Vooral kinderen van zes maanden of jongeren lopen het meeste gevaar.
“Maagzuurremmers die voor volwassenen gemakkelijk te verkrijgen zijn lijken onschuldig, maar onze studie lijkt te onderbouwen dat deze medicatie niet veilig is voor kinderen. Zeker voor hele jonge kinderen zou de medicatie alleen moeten worden voorgeschreven wanneer de symptomen van maagszuur zeer ernstig zijn”, zegt hoofdonderzoker Laura Malchodi.
Door: Redactie Nationale Zorggids