Kind van ouder met bipolaire stoornis krijgen zelf vaak ook stemmingsstoornis

Uit een 20-jarig onderzoek van het Erasmus MC Sophia blijkt bijna twee derde van de kinderen van een ouder met een bipolaire stoornis zelf ook een stemmingsstoornis krijgt. Desondanks ondervinden deze kinderen vaak geen hinder in hun dagelijks functioneren. Dit meldt Erasmus MC. 

De honderd kinderen uit de studie zijn gemiddeld 38 jaar oud en blijken een verhoogd risico te hebben op een bipolaire of depressieve stoornis, concluderen onderzoekers Manon Hillegers en Esther Mesman. Meer dan 10 procent van de kinderen krijgt zelf een bipolaire stoornis. Ter vergelijking: dit komt bij kinderen van ouders zonder bipolaire stoornis in ongeveer 1 tot 2 procent van de gevallen voor.4

Wel zijn er verschillen in de mate van ernst van de problemen. Een kleine groep, 4 procent, had intensieve psychiatrische zorg nodig. Meer dan 70 procent van de kinderen met een stemmingsstoornis zocht hier in de afgelopen tien jaar hulp voor.

Complex samenspel van factoren

Waarom deze kinderen een verhoogd risico op een stemmingsstoornis hebben, is niet duidelijk. “Het is een complex samenspel van factoren. Als je opgroeit met een ouder met psychische problematiek kan dat leiden tot meer stress en ingrijpende  gebeurtenissen, maar soms ook een beperkte beschikbaarheid van ouders”, legt GZ-psycholoog Mesman uit. Ook spelen genen een rol in het ontwikkelen van klachten.

KOPP

Mesman wil de resultaten inzetten in het Centrum KOPP (kinderen van ouders met psychische problemen. Bij de behandeling van volwassenen blijven kinderen nu vaak nog buiten beeld en dat zou eigenlijk niet moeten. De GZ-psycholoog en collega kinder- en jeugdpsychiater Manon Hillegers hopen dat het onderzoek er ook toe leidt dat de volwassen-ggz en jeugdzorg beter gaan samenwerken.

Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky