Een wandeling door de natuur is goed voor de mentale gezondheid. Dat stellen onderzoekers nadat ze een groep proefpersonen door het bos lieten wandelen en een groep langs de snelweg, meldt Scientias.
Fysiek waren er geen verschillen tussen beide groepen, maar in het brein zagen de onderzoekers wel een verschil. Een gedeelte in het brein (de subgenuale prefrontale cortex) bleek actiever bij de snelwegwandelaars. Dit brein is actief wanneer mensen herhaaldelijk gericht zijn op negatieve emoties. Bij de boswandelaars nam de activiteit in het brein af.
“Deze ontdekking is opwindend, omdat deze de invloed die blootstelling aan de natuur heeft op het reguleren van de emoties demonstreert”, zegt onderzoeker Gregory Bratman. “Het kan wellicht helpen verklaren hoe de natuur ervoor zorgt dat we ons beter voelen.”
Eerder onderzoek toonde al aan dat de mensen in de stad een twintig procent grotere kans hebben op angststoornissen dan mensen die op het platteland wonen. “Deze resultaten zijn belangrijk, omdat ze suggereren – maar nog niet bewijzen – dat er een causaal verband tussen de toenemende verstedelijking en toename in mentale ziekten is”, stelt mede-onderzoeker James Gross.
