Dit zijn de uitkomsten van een nieuw onderzoek dat werd uitgevoerd in het VU Medisch Centrum (VUmc), de Vrije Universiteit in Amsterdam en de Koninklijke Academie van Wetenschappen. Uit het onderzoek blijkt dat de verschillen in slaapduur tussen jongeren van twaalf jaar oud voor ongeveer 35 procent bepaald worden door genen. Dit geldt voor zowel jongens als meisjes. Naast genen heeft ook de omgeving invloed op de slaapduur van jongeren. Bij meisjes is de invloed van de thuisomgeving, bijvoorbeeld door vastgelegde bedtijden, sterker dan bij jongens. De slaapduur van jongens wordt sterker beïnvloed door activiteiten achter een beeldscherm zoals computeren, internetten en het spelen van videospellen.

Het krijgen van inzicht in factoren die van invloed zijn op de slaapduur van jongeren is belangrijk, omdat de slaap tijdens de kinder- en tienerjaren een belangrijke rol speelt in de groei, ontwikkeling, en de geestelijke en lichamelijke gezondheid. Uit eerder onderzoek zijn er aanwijzingen dat er een verband bestaat tussen slaapduur en overgewicht. Voor het nieuwe onderzoek werden de gegevens gebruikt van tweelingen en hun broers en zussen tussen de twaalf en twintig jaar, die staan ingeschreven in het Nederlands Tweelingen Register (NTR). Hiermee kon de invloed van zowel genen als omgevingsfactoren op de slaapduur van jongeren in kaart worden gebracht.

Onderzoeker aan het VUmc Saskia te Velde vindt het zorgelijk dat kinderen en jongeren de laatste jaren steeds minder slapen. 'Pubers hebben door veranderingen tijdens de puberteit meer slaap nodig dan kinderen, maar juist deze groep slaapt minder. Tekort aan slaap kan invloed hebben op de gezondheid. Dit kan onder andere leiden tot overgewicht, een belangrijke risicofactor voor verschillende ziekten waaronder ook kanker. Uit het onderzoek blijkt dat de invloed van de thuisomgeving minder wordt bij het opgroeien, dus hoe eerder ouders hun kinderen aanleren om voldoende te slapen, hoe beter.'

© Nationale Zorggids