Mensen met astma en COPD hebben een verhoogd risico op hartritmestoornissen, een versnelde hartslag en een hartstilstand. Mogelijk speelt medicijngebruik een rol bij het ontstaan van deze hartproblemen. Dit blijkt uit onderzoek van Miriam Warnier, waarop zij vandaag promoveert aan de Universiteit Utrecht.
Voor patiënten met astma en COPD blijkt het risico op een hartstilstand 40 procent hoger en is de kans dat zij deze overleven lager dan bij mensen zonder deze aandoeningen. In haar onderzoek toont Warnier aan dat mensen met astma of COPD vaker een afwijkend hartfilmpje hebben dan mensen zonder deze aandoeningen aan de luchtwegen. Volwassen astmapatiënten, vooral patiënten die inhalatiemedicatie (β2-mimetica) gebruiken, hebben bijvoorbeeld vaker een hartslag van meer dan 100 slagen per minuut. Ook patiënten met COPD hebben gemiddeld een hogere hartslag dan patiënten zonder deze aandoening. Uit het onderzoek van Warnier blijkt dat bij oudere patiënten met COPD een verhoogde hartslag een risicofactor is voor overlijden.
Warnier pleit daarom voor een meer geïntegreerde zorg van hart en longen voor COPD- en astmapatiënten. De risico’s op hartproblemen bij astma en COPD kunnen worden verkleind door effectieve hulp bij het stoppen met roken, in de vorm van een combinatie van medicijnen en gedragstherapie.
Daarnaast stelt Warnier dat het risico op hartritmestoornissen mogelijk verlaagd kan worden door het verbeteren van de informatievoorziening in de bijsluiters voor artsen en apothekers, waarin alle belangrijke informatie over een geneesmiddel staat. Niet alle huisartsen blijken de aanbevelingen in deze bijsluiters op te volgen en maken bijvoorbeeld geen hartfilmpje voorafgaand aan het gebruik van een geneesmiddel dat als bijwerking hartritmestoornissen kan veroorzaken.
© Nationale Zorggids
