Het veranderen van het denken over vermoeidheid en activiteit is essentieel voor een succesvolle behandeling van het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS). Niet de feitelijke activiteit maar de houding tegenover deze activiteit is belangrijk, zegt promovenda Marianne Heins van het UMC St Radboud in Nijmegen. Dat meldt Artsennet.
Patiënten met CVS zijn langdurig ernstig vermoeid zonder dat deze vermoeidheid lichamelijk verklaard kan worden. Met cognitieve gedragstherapie en eventueel fysiotherapie wordt geprobeerd de vermoeidheid te doorbreken. Tijdens de therapie leren patiënten gedachten en gedragingen die de klachten in stand houden, te veranderen.
Volgens Heins kunnen vermoeidheidsklachten verminderen als de patiënt positieve verwachtingen heeft van de cognitieve gedragstherapie en de behandelaar. Daarnaast blijkt dat de vermoeidheid vermindert als de patiënt zich minder richt op de klachten, meer het gevoel heeft controle te hebben over de vermoeidheid en zichzelf lichamelijk actiever vindt.
Tijdens de behandeling van CVS gaat veel aandacht uit naar feitelijke activiteit. Heins benadrukt dat uit haar onderzoek blijkt dat niet zozeer de feitelijke activiteit als wel veranderingen in de houding tegenover activiteit van invloed zijn op de vermoeidheidsklachten.
Marianne Heins provoveerde op haar proefschrift 'The process of change in cognitive behaviour therapy for chronic fatigue syndrome' aan het UMC St Radboud.
© Nationale Zorggids
geweldig het kuch syndroom precies de goede vergelijking met cvs ten opzichte van m.e
Het zou mooi zijn als er ook eens aandacht kwam voor de echte ME-patiënt; er zijn m.i. zo enorm veel mensen die passen onder de cvs-paraplu. Hoog tijd dat men eens onderzoek gaat doen naar verschillen tussen deze 2 ziektes, in plaats van het gemakzuchtig op EEN hoop gooien van die twee.
Teleurstellend. CVS is een containerdiagnose. De gebruikte definities voor dit soort onderzoeken zijn zo breed, dat ze haast iedereen met langdurige moeheid meenemen. Zo kan men iedereen met een chronische hoest het label Chronisch Kuch Syndroom geven en dan beweren dat alle patiënten baat hebben bij drop. Verder gebruikt men in dit soort onderzoeken vaak of nauwelijks objectieve meetinstrumenten.