Wijkverpleegkundigen voelen zich over het algemeen in hoge mate competent om de zorgbehoeften van cliënten vast te stellen en de best passende zorg te kiezen. Collega-verpleegkundigen en verzorgenden die deze taak niet uitvoeren, vinden dat de manier waarop hun collega's het doen over het algemeen aansluit bij de zorgvraag van cliënten. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel met het Panel Verpleging & Verzorging. Dit meldt Nivel.
In totaal vulden 302 deelnemers van het landelijk Nivel Panel Verpleging & Verzorging die werkzaam zijn in de wijkverpleging een vragenlijst in. Sinds 2015 stellen wijkverpleegkundigen zelf de benodigde zorg voor thuiswonende cliënten vast (indiceren). Hierbij wordt de zorgvraag van de cliënt bepaald en gekeken wat de best passende zorg is. Transparantie en eenduidigheid staan hierbij voorop zodat iedereen de zorg kan krijgen die hij of zij nodig heeft.
Driekwart wijkverpleging tevreden over geïndiceerde zorg
Van de verpleegkundigen en verzorgenden die zelf niet indiceren vindt driekwart dat de indicatiestelling van hun collega's over het algemeen goed aansluit bij de zorgvraag van hun cliënten. Een kwart vindt deze aansluiting redelijk.
De meeste wijkverpleegkundigen voelen zich competent om zorg te indiceren
Uit het onderzoek bleek dat de meeste wijkverpleegkundigen (91 procent) zich in hoge mate kundig voelen om de indicatiestellingen uit te voeren. Zij kunnen dit doen met behulp van verschillende documenten. De mensen die hier gebruik van maken, voelen zich vaker competent in het indiceren dan degenen die dat niet doen. Niet iedereen gebruikt echter deze documenten. Veel mensen kennen ze niet en niet iedereen is er tevreden over.
Door: Nationale Zorggids