De Raad van State heeft in hoger beroep geoordeeld dat een arts terecht haar registratie in het register van kinderartsen kwijtraakt. Hoewel ze al sinds 1995 in het register staat, wees de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS) haar herregistratie in 2019 af. Ze gaf daarbij namelijk aan in het speciaal onderwijs, de eerstelijnszorg en jeugdgezondheidszorg te hebben gewerkt, maar deze werkzaamheden waren volgens de RGS niet die van een kinderarts. Dit meldt Medisch Contact.
Volgens de arts hebben haar werkzaamheden in het verleden er wel toe geleid dat ze gespecialiseerd is als kinderarts. Zo zou er geen gedragen onderscheid zijn tussen het profiel jeugdarts KNMG en het specialisme kindergeneeskunde. Zij stelt dat de RGS de definitie van het vak heeft beperkt en dat haar herregistratie in 2014 op basis van dezelfde werkzaamheden destijds wél is goedgekeurd.
Weinig curatieve en diagnostische taken
Toch is de Raad van State het niet met haar eens. De aard van de verrichte werkzaamheden zijn bepalend en de werkzaamheden van een kinderarts sluiten onvoldoende aan bij de werkzaamheden die zij als GGD-arts in de jgz uitvoert. Ze heeft begeleidende en preventieve taken en voert weinig curatieve of diagnostische taken uit.
Ondanks dat ze zich niet mag herregisteren als kinderarts, wordt zij niet belemmerd in haar werkzaamheden. Als ze wil, mag ze de titel ‘kinderarts niet-praktiserend’ houden.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky