De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vindt het belangrijk dat patiënten voor hun medicatie ook gebruik kunnen maken van een digitale apotheek. Toch ontvangt de NZa regelmatig signalen dat huisartsen hier niet aan willen meewerken en bijvoorbeeld recepten niet digitaal willen doorsturen naar een internetapotheek. Dit meldt de NZa.
Juist nu, in tijden van corona, is het belangrijk dat patiënten van digitale zorg gebruik kunnen maken, ook in de apotheekzorg. De NZa stimuleert de inzet van digitale zorg als dat kan. “We zien dat ook fysieke apotheken in deze tijden steeds meer digitale zorg leveren en geneesmiddelen bijvoorbeeld thuisbezorgen.
Als mensen gebruik willen maken van een digitale apotheek, moeten ze daarin niet gehinderd worden.”
Uit de ontvangen signalen lijkt het erop dat sommige huisartsen niet de voorkeur geven aan een digitale apotheek en dat zij – als de patiënt dit vraagt – geen recepten doorsturen naar een digitale apotheek. Daarom neemt de NZa binnenkort contact met ze op om te vragen wat de belemmering hierin is.
Digitale apotheken moeten net als andere apotheken voldoen aan de landelijke normen voor farmaceutische zorg en zijn in staat om kwalitatief goede farmaceutische zorg te leveren. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt toezicht op de apotheken en hun websites.
Huisartsen moeten de keuzevrijheid van patiënten respecteren, zegt de NZa. Dit staat dan ook in de transparantieregeling zorgaanbieders. Huisartsen mogen patiënten objectief informeren over de voor- en nadelen van digitale apotheekzorg ter ondersteuning van het maken van een keuze. Maar de keuze is uiteindelijk aan de patiënt. Een huisarts mag niet discrimineren bij het doorverwijzen. Patiënten die dit toch ervaren bij het verkrijgen van medicatie via de digitale apotheek, kunnen zich melden bij de NZa.
Door: Nationale Zorggids