Studenten die door een ziekte of beperking niet kunnen werken naast hun studie hebben recht op een toeslag, maar de informatievoorziening daarover blijkt gebrekkig. Volgens belangenorganisatie Ieder(in) heeft meer dan 80 procent van de Nederlandse gemeenten dit niet op orde. Slechts 63 gemeenten hebben juiste en volledige informatie op hun website staan over de studietoeslag, waar zij verantwoordelijk voor zijn.
Ieder(in) bekeek de sites van alle 345 gemeenten die Nederland begin dit jaar telde. Op ruim een derde van die sites (128) was totaal geen informatie over de studietoeslag te vinden. Bij nog eens 154 gemeenten bleek de informatie onvolledig of onjuist. De onderzoekers zijn daar niet over te spreken. "Studenten met een beperking die recht hebben op de studietoeslag, lopen geld mis als de informatie niet op orde is", klinkt het.
De studietoeslag bedraagt zo'n 300 euro per maand en is bedoeld voor de opleiding en het levensonderhoud. Studenten die ervoor in aanmerking komen, hoeven het geld niet later terug te betalen. De toeslag staat ook los van andere vormen van studiefinanciering.
Gemeenten
Gemeenten moeten aanvragen binnen acht weken beoordelen. Ieder(in) zegt regelmatig klachten te krijgen van studenten die langer moeten wachten. Een optie is dan om de gemeenten in gebreke te stellen. Laat het antwoord dan nog veel langer op zich wachten, dan moet de gemeente de aanvrager een dwangsom betalen. Een andere tip van de belangenorganisatie is om als het niet goed gaat met de aanvraag een gemeenteraadslid te benaderen. Die kan het onderwerp dan aankaarten in de gemeenteraad. Ook Ieder(in) zelf heeft een meldpunt over problemen bij de studietoeslag.
Door: ANP