Mensen die geregeld vlees eten, dragen niet vaker ESBL-bacteriën bij zich dan vegetariërs. ESBL-bacteriën zijn bacteriën die stoffen maken die sommige antibiotica uitschakelen. Hierdoor werken deze antibiotica niet meer. Dit meld het RIVM op basis van eigen onderzoek.
ESBL-bacteriën komen met regelmaat voor bij dieren en op vlees. Daarom was het de verwachting dat mensen die veel vlees eten vaker ESBL-bacteriën bij zich dragen. De resultaten laten echter zien dat dit niet het geval is. In deze studie leken mensen die minimaal drie keer per week vlees eten zelfs minder vaak ESBL-bacteriën bij zich te dagen dan vegetariërs. Maar na correctie voor verschillen tussen de groepen (zoals andere risicofactoren en seizoensinvloed) is niet meer met zekerheid te zeggen of dit een toevalsbevinding is of dat er werkelijk een verschil in dragerschap is tussen de groepen.
Mensen die reisden naar Afrika, Midden- en Zuid-Amerika, Azië en Zuid- en Oost-Europa droegen wel vaker ESBL-bacteriën bij zich. Dit gold ook voor mensen die zelden of nooit de handen wassen voordat ze beginnen met het bereiden van voedsel.
Het RIVM onderzocht mensen met drie verschillende voedingspatronen op de aanwezigheid van ESBL’s in hun ontlasting. Het ging om mensen die helemaal geen vlees en vis eten (vegetariërs en veganisten), mensen die geen vlees maar wel vis eten en mensen die minimaal drie keer per week vlees eten.
Voor het totale onderzoek zijn de gegevens van 1542 mensen gebruikt. Naast het insturen van de ontlasting hebben de deelnemers ook een uitgebreide vragenlijst ingevuld over mogelijke risicofactoren om een ESBL-bacterie op te lopen. Mogelijke risicofactoren zijn onder andere contact met dieren, reizen naar het buitenland, het gebruik van bepaalde medicijnen en opname in het ziekenhuis.
Door: Redactie Nationale Zorggids