Plastisch en oncologisch chirurgen van het Borstkankercentrum van het Maastricht UMC+ hebben het voor het eerst in Nederland mogelijk gemaakt dat vrouwen die een borstreconstructie ondergaan, weer gevoel in de borst krijgen. Deze behandeling is mogelijk bij borstkankerpatiënten die na een amputatie kiezen voor een reconstructie met eigen weefsel. “De ingreep vergroot de kwaliteit van leven aanzienlijk”, zegt plastisch chirurg Stefania Tuinder. Dat meldt het Maastricht UMC+.
Tegenwoordig zijn er reconstructies mogelijk met eigen weefsel uit de buikwand, de zogeheten DIEP-lap. Dat zorgt voor een natuurlijker resultaat in vergelijking met het inbrengen van een prothese. Hoewel de gereconstrueerde borst van eigen weefsel is, zal deze normaliter gevoelloos zijn. Met behulp van een nieuwe techniek is het mogelijk het gevoel in de borst weer terug te krijgen.
De techniek werkt als volgt: allereerst wordt de borst waarin zich de tumor bevindt verwijderd. Tijdens de ingreep spoort de chirurg de zenuwuiteinden op en legt deze bloot. Tijdens de reconstructie haalt de plastisch chirurg weefsel uit de buikwand van de patiënt en neemt daarbij tevens de zenuwuiteinden mee. De zenuwuiteinden uit het buikweefsel worden vervolgens gekoppeld aan de zenuwuiteinden in de borstkas. Het resultaat: een gereconstrueerde borst waarin gevoel aanwezig is.
“De chirurg en de plastisch chirurg moeten goed kunnen samenwerken”, zegt oncologisch chirurg Esther Heuts. “De ingreep moet namelijk in één keer gebeuren. Zo hoeft de patiënt na een volledige borstverwijdering ook niet weken te wachten op een nieuwe borst. Ze wordt met haar oorspronkelijke borst onder narcose gebracht en wordt met een gereconstrueerde borst weer wakker.”
Plastisch chirurg Stefania Tuinder vult aan: “Door steeds nieuwe technieken te ontwikkelen die de kwaliteit van leven vergroten, willen we vrouwen meer mogelijkheden bieden om voor een reconstructie met eigen weefsel te kiezen.” Een borstreconstructie na borstkanker wordt overigens volledig vergoed door zorgverzekeraars.
© Nationale Zorggids