In 2023 zijn bij meer dan 27.000 mensen kanker of voorstadia daarvan vastgesteld dankzij de drie landelijke bevolkingsonderzoeken: darmkanker, baarmoederhalskanker en borstkanker. Uit cijfers van het RIVM blijkt dat vroege opsporing bijdraagt aan minder ingrijpende behandelingen en grotere overlevingskansen. Dit meldt het RIVM.
Ruim vier miljoen Nederlanders ontvingen in 2023 een uitnodiging om deel te nemen aan een van de drie bevolkingsonderzoeken. Aan het baarmoederhalskankeronderzoek deden vorig jaar 4 procent meer vrouwen mee dan het jaar ervoor. Dit is mede te danken aan de mogelijkheid tot een zelfafnameset die nieuwe deelnemers direct krijgen en anderen twaalf weken na de uitnodiging ontvangen. Hiermee hoeven deelnemers niet naar de huisarts voor een uitstrijkje.
Daling in sterfte door vroege opsporing
Dankzij de bevolkingsonderzoeken wordt kanker in een vroeg stadium opgespoord of voorkomen, wat leidt tot een daling van de sterftecijfers. Sinds de introductie van de programma’s zijn indrukwekkende resultaten geboekt. De sterfte aan borstkanker daalde bijvoorbeeld met 42 procent sinds 1989, aan baarmoederhalskanker met 32 procent sinds 1995, en aan darmkanker met 27 procent sinds 2013. Naast vroege detectie dragen verbeterde behandelingen bij aan deze afname.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky