Met een relatief simpele test kan het verschil worden gezien tussen 'vlekjes' op de luchtwegen die mogelijk tot longkanker zullen ontwikkelen en vlekjes die weinig risico kennen. Dat schrijven Amsterdamse longonderzoekers deze maand in het wetenschappelijk tijdschrift Thorax, zo meldt het VUmc.
Een team van moleculair biologen, pathologen en longartsen onderzocht stukjes weefsel van 36 patiënten met zogenoemde laesies in hun centrale luchtwegen. Die laesies waren gevonden tijdens een bronchoscopie, waarbij met een camera in de luchtpijp wordt gekeken. Van de 36 onderzochte laesies ontwikkelden twaalf zich tot kanker en de overige 24 niet.
Op basis van de DNA-karakteristieken van het weefsel konden de onderzoekers drie kwart van de kankergevallen correct identificeren, net als alle 24 gevallen die niet tot kanker leidden. Een 'positieve DNA-test' betekende in dit onderzoek dus dat een laesie altijd tot kanker leidde, een negatieve betekende in bijna 90 procent van de gevallen dat de laesie zich niet tot kanker zou ontwikkelen. De totale accuraatheid van deze test komt daarmee uit op 92 procent.
'Dit is een belangrijke stap op weg naar screening van mensen die een groot risico lopen op longkanker', aldus longarts Hans Daniels van het VUmc.
© Nationale Zorggids