De inhoud van het basispakket van de zorgverzekering is regelmatig onderwerp van debat, bijvoorbeeld of bepaalde vormen van zorg wel effectief genoeg zijn, of niet te duur. Alle zorg die vanuit het basispakket wordt vergoed moet (kosten)effectief zijn, maar ook noodzakelijk. Maar hoe bepaal je welke zorg echt noodzakelijk is? Promovendus Tineke Kleinhout-Vliek bracht in kaart hoe deze besluiten tot stand komen. In haar proefschrift breekt ze een lans voor contextafhankelijke vergoedingsadviezen omdat die goed tegen maatschappelijke kritiek bestand zijn. Dit meldt Erasmus University Rotterdam.
Alles wat via het basispakket van de zorgverzekering vergoed wordt moet effectief zijn. Ook moet het waar voor ons geld bieden en noodzakelijk zijn. Op basis van die criteria adviseert Zorginstituut Nederland de minister over de inhoud van het basispakket. De minister heeft vervolgens het laatste woord, maar die neemt meestal het advies over. Nu hanteert het Zorginstituut voor het bepalen van effectiviteit en kosteneffectiviteit gestandaardiseerde en internationaal erkende methoden. Maar deze bestaan niet voor het bepalen of zorg noodzakelijk is. Hoe stel je die noodzakelijkheid dan vast?
Algemene checklist blijft op de plank liggen
In de beleidswereld buigen rapporten zich met enige regelmaat over het dilemma van ‘noodzakelijkheid’. Een oplossing is bijvoorbeeld een meer generieke checklist die besluitvormingen eenvoudiger en minder willekeurig moet maken. “Inconsistentie wordt als oneerlijk ervaren, vaak is de gedachte: ‘gelijke monniken gelijke kappen’”, stelt Kleinhout-Vliek. Toch ziet de promovendus dat deze checklists meestal op de plank blijven liggen. “In een checklist is geen ruimte voor casusafhankelijke argumenten. Terwijl je voor het vaststellen van het vergoeden van bijvoorbeeld de kraamzorg andere argumenten nodig hebt dan voor een duur medicijn voor chronisch zieken.”
Argumenten worden zorgvuldig gewogen
Er blijken veel argumenten te bestaan die betrekking hebben op noodzakelijkheid van zorg. Tineke Kleinhout-Vliek bracht het gebruik van de verschillende argumenten in kaart door van verschillende casussen het beslissingsproces te volgen, bekeek relevante documentatie en nam interviews af, onder meer bij Zorginstituut Nederland. Ze vond dat argumenten bijvoorbeeld niet alleen betrekking hebben op ernst van de aandoening, maar ook wat voor impact een ziekte heeft op iemands’ maatschappelijk functioneren, de kosten voor de patiënt, en hoe ver de verantwoordelijkheid van de maatschappij zou moeten reiken. “Het is me opgevallen dat beslissingen buitengewoon zorgvuldig worden genomen, dat geeft de burger moed”, stelt Kleinhout-Vliek.
Post-pandemiedroom: geef burger een stem
De promovendus zou in de toekomst graag zien dat burgers meer bij kunnen dragen: “De drempel voor publieke inspraak is nu te hoog. Een post-pandemiedroom zou een discussieplaats zijn waar deze argumenten makkelijker een stem krijgen.”
Door: Nationale Zorggids