Staatssecretaris Martin van Rijn heeft 6,3 miljoen euro uitgetrokken voor het inwerken van 3000 tot 3500 nieuwe wijkverpleegkundigen. Dat heeft hij donderdag gezegd in de Tweede Kamer. Daarnaast zal er een nog onbekend aantal verpleegkundigen zich in de komende jaren laten omscholen tot wijkverpleegkundige. Dat meldt de beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN).
De beroepsvereniging is met het ministerie van VWS in overleg over het toekomstbestendig maken van het profiel van de wijkverpleegkundige. Hiervoor is het ook nodig dat er geld wordt uitgetrokken voor het versterken en vernieuwen van de opleidingen verpleegkunde. Zo moet het voor mbo-verpleegkundigen bijvoorbeeld mogelijk worden om opgeleid te worden tot hbo-opgeleide wijkverpleegkundige
Nederland telt op dit moment ongeveer 18.000 wijkverpleegkundigen. Van hen zijn er 10.500 opgeleid op hbo-niveau, terwijl 7500 van hen een mbo-opleiding verpleegkundige in de wijk hebben, aldus Van Rijn. Hoeveel nieuwe wijkverpleegkundigen er in de komende jaren nodig zullen zijn als gevolg van de de overheveling van AWBZ-zorg naar de nieuwe Zorgverzekeringswet (Zvw) is nog niet bekend. Werkgeversorganisatie Actiz heeft het aantal van 5000 nieuwe wijkverpleegkundigen genoemd.
Bij de bekostiging van de nieuwe wijkverpleegkundige zegt Van Rijn af te willen van het zogenoemde 'uurtje-factuurtje' systeem, waarbij de hoogte van de declaratie wordt bepaald door het aantal gewerkte uren. De staatssecretaris streeft naar een gemiddeld tarief waarbij wel verschil wordt gemaakt in de prestatie. Het tarief voor bijvoorbeeld palliatieve zorg zal dan hoger liggen dan voor minder intensieve zorg.
© Nationale Zorggids