Wlz-instellingen kijken bij declaratie paramedische zorg niet naar patiënt
Patiënten in de Wet langdurige zorg krijgen soms onterecht te maken met eigen betalingen, omdat hun zorgverleners alle paramedische zorg in de Zvw- óf Wlz-regeling declareren zonder daarbij naar de voordelen voor de patiënt te kijken. Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), meldt Skipr.
Instellingen in de Wet langdurige zorg kunnen sinds 2,5 jaar eerstelijns paramedische zorg apart declareren via de Zorgverzekeringswet, via prestaties uit beleidsregels paramedische zorg. Voorwaarde is wel dat de zorg geen onderdeel is van de Wlz-behandeling die de patiënt ontvangt. Vooralsnog kiezen zorgaanbieders er veelal voor om alle paramedische zorg óf in de Zvw óf de Wlz in rekening te brengen. Daarbij kijken sommige van hen niet goed naar wat het beste is voor de patiënt, dus de afweging lijkt volgens de NZa niet zorginhoudelijk te zijn.
Zorgelijk
“Dit is zorgelijk omdat de patiënt, doordat specifieke paramedische zorg in de Zvw wordt gedeclareerd, ten onrechte te maken kan krijgen met maximumvergoedingen en/of eigen betalingen.” Omdat patiënten daarnaast ook niet altijd passende zorg krijgen en er soms een dubbele bekostiging is vanwege paramedische zorg in het Wlz-tarief en een losse declaratie via de Zvw, is de NZa gestart met een onderzoek. De NZa adviseert het ministerie van Volksgezondheid om voor Wlz-patiënten de paramedische zorg onder één domein te laten vallen. Dit voorkomt conflicten en verschillen en onnodige betalingen door patiënten.
Door: Nationale Zorggids / Johanne Levinsky